słownik portugalsko - niderlandzki

português - Nederlands, Vlaams

coisa po niderlandzku:

1. spul


De mayonaise is zuiver chemisch spul.

2. ding


Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
Laat mij een ding zeggen.
Het eerste ding dat hij kocht was een wekker.
Er is slechts één ding dat we kunnen doen nu!
Ieder zijn ding.
Tijd is het kostbaarste ding van de wereld.

Niderlandzkie słowo "coisa" (ding) występuje w zestawach:

Nivel A1 Dutch